Interview

Gezonde ambitie

Gezonde ambitie

Als ik een patiënt beschrijf, weet Sanne Houtepen (30) na acht jaar nog precies wie ik bedoel. ‘Oh dat was Abel, dat ventje met die dikke buik’. De ouders van Abel waren wild enthousiast over inzet en betrokkenheid van verpleegkundige Sanne Houtepen (30) toen hij opgenomen werd in het WKZ. Nu, acht jaar later, werkt ze als verpleegkundig specialist in opleiding in het Prinses Maxima Centrum. Met een groot hart voor kinderen en kindergeneeskunde. Een monoloog. 

“Mijn twee broers wisten precies wat ze ‘later’ wilden worden. Ik had dat niet. Op de basisschool had ik wel het gevoel dat ik anderen wilde vermaken. Misschien moest ik dan maar actrice worden. Bij de musical kwam ik er achter dat ik eigenlijk niet zo goed kon zingen. Op de middelbare school veranderde ik van een heel vrij, makkelijk en vrolijk  meisje in een wat gereserveerder meisje. Ik kreeg wat meer prestatiedruk. School werd ineens heel belangrijk, het gevoel dat ik het goed moest doen. Na het behalen van mijn havodiploma moest ik een vervolgopleiding kiezen, maar je bent nog zo jong! Dat was best lastig. In die tijd kwam mijn opa met een gescheurde aneurysma in het ziekenhuis en overleefde het maar net. Ik kwam zodoende met de zorg in aanraking en dat leek mij ook wel wat. Mede daardoor heb ik voor HBO-verpleegkunde gekozen. Al in mijn eerste jaar moest ik twaalf weken stage lopen bij dementerende ouderen in een verpleeghuis. Die stage heeft mij heel veel geholpen bij de basisvaardigheden, zoals bejegening van patiënten en lichaamsverzorging. Ineens stond ik als ‘broekie’ mensen te wassen, die ik nog nooit bloot had gezien. Ik vond dat heel erg mooi. Een soort oergevoel, ik wil deze mensen in hun eigen waarde laten. Ik kon er heel erg van genieten als ik iemand lekker had gewassen, in de stoel had gezet en ook nog de haren netjes had gedaan. Mensen voelen zich beter als ze er verzorgd uitzien. In mijn tweede jaar heb ik stage gelopen in een revalidatiecentrum. In het derde mocht ik voor mijn stage het ziekenhuis in. Daar had ik ontzettend naar uitgekeken. Ik kwam daar op een leerunit te werken. Samen met andere studenten runden we een stukje van een afdeling onder supervisie van een verpleegkundige. Daar heb ik op de longafdeling, oncologie en interne geneeskunde gewerkt. Dat was een heftige patiëntencategorie, daar had ik het best zwaar. In mijn vierde jaar heb ik een stage op de kinderafdeling geregeld. Kinderen hebben mij altijd getrokken. Het is wat gemoedelijker dan met volwassenen. Ze kunnen je ook verbazen. De ene dag zijn ze doodziek en de andere dag zijn ze weer grotendeels opgeknapt. Dat vind ik heel bijzonder. De boeken kunnen wel vertellen hoe het gaat, maar bij kinderen gaat het vaak heel anders. Daar moet je heel goed voor kijken en observeren. Dat maakt het leuk en uitdagend. En je moet ook naar het hele gezin kijken. Je kan het niet altijd aan het kind vragen. Dat is hele andere puzzel dan bij volwassenen.

'Mijn hart gaat nog steeds sneller kloppen van het WKZ'

Misschien komt mijn voorkeur voor kindergeneeskunde ook doordat ik een ouder broertje heb die een paar maanden na zijn geboorte aan een hartafwijking is overleden. Mijn ouders hebben mij wel verteld hoe de zorg was in die tijd. Mijn ouders zijn bijna nooit in het ziekenhuis geweest, dat was in die tijd niet. Mijn ouders werden gebeld, morgen mag hij naar huis. Toen ze hem kwamen ophalen kregen ze de mededeling hij is overleden. Dat zou nu gelukkig niet meer kunnen. Dat is dankzij mensen die het verschil durven te maken, die hun nek hebben durven uitsteken. Latent heb ik altijd wel het gevoel gehad dat ik wat in de kindergeneeskunde zou willen betekenen. Er stond een foto van mijn broertje op het nachtkastje van mijn ouders. Dat zag ik natuurlijk heel vaak.

Nadat ik afgestudeerd was heb ik eerst een jaar in het Antonius op cardiologie gewerkt. Door bezuinigingen werd mijn contract niet verlengd. Ik heb er veel geleerd, vooral de basis van verpleegkunde: coördineren, plannen van de zorg, inschatten hoe ziek patiënten zijn. Zeg maar een klinische blik ontwikkelen. Ik ben daar een stuk zelfverzekerder geworden.  Omdat ik naar een academisch ziekenhuis wilde, heb ik een open sollicitatiebrief geschreven naar het WKZ. Ik werd aangenomen en ben de opleiding kinderverpleegkunde gaan volgen. Dat was een combinatie van werken en leren. Een half jaar op de afdeling Dolfijn, urologie, neurologie en metabole ziekten en een half jaar op de afdeling Giraf, hematologie en stamceltransplantatie. Toen ik voor de eerste keer mijn WKZ-uniform mocht aantrekken was ik zó trots! Na dat jaar kon ik op Dolfijn komen werken echt in de rol van kinderverpleegkunde. Dat is heel anders werken dan tijdens de opleiding. Het was een warm en fijn team. We werkten heel goed samen. Er was veel respect en ruimte om met elkaar te overleggen, er was ook heel veel kennis. Ik denk dat veel ouders dat wel gevoeld hebben. Tijdens artsenvisities merkte ik dat ik meer in mijn mars had. Ik wilde graag verder leren, wilde het klinisch redeneren verder ontwikkelen. Je was vooral aan het zorgen en had minder tijd om goed na te denken over die zorg. Dat miste ik een beetje. Ik heb gesolliciteerd naar de IC, afdeling Pelikaan en ben daar aangenomen en de opleiding IC-verpleegkundige gaan doen. Mijn beste keuze ooit als het gaat om mijn loopbaan, al had ik best moeite met afscheid nemen van dat geweldige team.

'Zieke kinderen maken van iedere dag een feestje'

Het eerste dat mij op de IC werd afgeleerd waren de briefjes die ik bij mij had en de lange rapportages. Je leert daar op een ander niveau te communiceren en naar het kind te kijken. Je bent ontzettend druk met één patiënt. De opleiding duurde anderhalf jaar. Het is echt intensieve zorg. Een vitale functie valt uit en die wordt op de IC overgenomen. Het is best heftig. Vijf jaar heb ik er gewerkt. Toen ik een casus had meegemaakt van een patiënt die drie maanden bij ons op de IC had gelegen, ook om te revalideren ben ik verder gaan denken. Er werden wel vraagtekens gezet of die patiënt wel op de juiste plek was bij ons en of hij niet verplaatst moest worden. Maar daar bleef het bij. Hij lag echt niet goed. Van de gekozen aanpak kon niet worden afgeweken. Ik liep daarbij tegen een muur op. Als verpleegkundige heb je geen zelfstandige behandelrelatie. Je hebt niet de mogelijkheid om mee te beslissen. Ik moest dingen uitvoeren waar ik niet altijd achter stond. Ik zag ook altijd maar een heel klein stukje van het leven van de patiënt en het gezin. Ik raakte daar in geïnteresseerd als ik met patiënten bezig was. Je loopt op tegen de grenzen van het verpleegkundig vak. Omdat ik verder wilde leren, heb ik gesolliciteerd naar een functie als verpleegkundig specialist in opleiding op de afdeling neuro-oncologie in het Prinses Maxima Centrum. Dat doe ik nu een jaar, de opleiding duurt twee jaar. Ik kom in aanraking met kinderen die door bijvoorbeeld een hersentumor of een tumor op het centrale zenuwstelsel slecht kunnen zien of horen. Maar als je de levensvreugde van die kinderen ziet, ze maken van iedere dag een feestje, weet je waar je het voor doet. Ik ben dankbaar voor de kansen die ik krijg en de deskundige opleiders. Ik vind de opleiding fantastisch evenals de rol die ik nu heb. Mijn collega’s zijn nu de artsen, verpleegkundig specialisten verpleegkundigen en doktersassistentes. Als verpleegkundig specialist praat heb ik ook een lijntje met de medische staf. Ik leer nu door zowel een medische als een verpleegkundige bril te kijken. Je gaat een zelfstandige behandelrelatie aan, maar natuurlijk wel binnen grenzen. Je bent echt een casemanager en begeleidt de patiënt van A tot Z. Het is een combinatie van klinisch redeneren en het stukje dat ik zocht in de begeleiding van de patiënt.

Het WKZ heeft heel veel voor mij betekend. Als ik nog collega’s zie en spreek gaat mijn hart sneller kloppen. Toen ik zwanger was wilde ik ook per se dat de twintig weken echo in het WKZ werd gemaakt. Dat heeft te maken met het enorme vertrouwen dat ik in het WKZ heb. De grote betrokkenheid, de oprechte interesse in elkaar, en de aanwezige kennis is voor mij het echte WKZ.”

UMC Utrecht maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid