Welverdiend pensioen
Welverdiend pensioen
Als je 45 jaar eerst in het AZU en later in het UMC Utrecht hebt gewerkt, ken je de organisatie wel op je duimpje. Vooral als je ook nog hebt gewerkt in, zoals de RvB-gang in het oude AZU werd genoemd, het ‘Gouden Laantje’, secretaresse van verschillende RvB-voorzitters bent geweest en de laatste jaren alles rond de RvB-vergaderingen hebt verzorgd. Karin Visser (66) heeft dit allemaal meegemaakt. En nu? Nieuwe wegen zoeken om een zinvolle invulling te geven aan haar welverdiende pensioen. Een monoloog:
‘In totaal heb ik voor vier voorzitters van de RvB gewerkt’
“Geert Blijham, oud voorzitter van de Raad van Bestuur, bracht rond kerstmis altijd een aantal exemplaren Amerikaanse pecan pie mee en verdeelde deze onder de medewerkers van de afdeling. Die traktatie werd altijd erg gewaardeerd. En nog steeds, hij is in 2009 vertrokken, komt hij ieder jaar in december een pecan pie brengen. Dat vind ik wel heel bijzonder. In totaal heb ik voor vier voorzitters van de RvB gewerkt. Ze waren alle vier heel anders, maar ik heb voor alle vier met heel veel plezier gewerkt. De eerste was Gerlach Cerfontaine, voor hem heb ik gewerkt van 1990 tot 1998 hij is toen directeur van Schiphol geworden. Hij werd opgevolgd door Geert Blijham een hoogleraar interne geneeskunde uit het UMC Utrecht. Hij vertrok in 2009. Toen werd een hoogleraar kindergeneeskunde uit het WKZ voorzitter, Jan Kimpen. In 2015 is hij weer opgevolgd door Margriet Schneider zij was ook hoogleraar interne geneeskunde in het UMC Utrecht. Cerfontaine kwam uit Limburg en zijn opvolger uit Groningen, terwijl Kimpen oorspronkelijk uit België kwam. Ze kwamen geografisch gezien uit heel andere streken en hadden ook heel verschillende karakters. Maar ik heb met alle vier heel goed kunnen samenwerken, ondanks de verschillen.
Door privéomstandigheden wilde ik graag op woensdag vrij en Margriet Schneider gaf aan dat zij graag een secretaresse wilde die alle dagen aanwezig was. Ik kreeg toen aangeboden alle werkzaamheden rond de vergaderingen van de RvB te gaan doen. Daar heb ik geen moment spijt van gehad. Het was wel een strak keurslijf. Iedere dinsdag van 09.00 tot 14.30 uur vergaderen. Eerst in overleg met de secretaris de agenda maken, dan de notulen uitwerken, de actielijst maken, en daarna de besluiten verspreiden. Vrijdag moest dan al weer de vergaderset voor de volgende dinsdag klaar zijn. Dat heb ik gedaan tot mei 2021, toen heb ik openstaand vakantieverlof opgenomen in aanloop naar mijn pensioendatum in juni.
‘Je kan het oude AZU niet vergelijken met het UMC Utrecht’
Ik ben via een uitzendbureau begonnen in het oude AZU aan de Catharijnesingel. Eerst bij de afdeling opname en registratie van patiënten, maar dat was maar voor een paar maanden. De hoogleraar cardiologie zocht in die tijd een secretaresse voor zijn secretariaat. Een secretaresse was langdurig ziek. Eerst heb ik dat gedaan als uitzendkracht, maar toen bleek dat zij niet meer zou terugkomen, kon ik die functie overnemen. Dat was in 1976, en tot 1987 heb ik dat gedaan. In aanloop naar de verhuizing naar de Uithof werd er gereorganiseerd. Er werd gekozen voor de divisiestructuur, dat wil zeggen dat een aantal afdelingen onder een divisieleiding werden gepositioneerd. Ik ben toen gaan werken als secretaresse van de manager bedrijfsvoering bij het Hart, Long instituut. Die functie kwam eigenlijk net op tijd, want na het ondersteunen van de patiëntenzorg op het secretariaat van de hoogleraar, wilde ik wel iets anders. In mijn nieuwe functie kwam ik in aanraking met een heel andere kant van het ziekenhuis, zoals de afdelingen financien en personeelszaken. Toentertijd was de functie meer intern gericht. Na drie jaar besloot ik om toch wat anders te gaan doen. Iemand wees mij op een functie bij de RvB. Ik twijfelde maar heb uiteindelijk toch gesolliciteerd. Dat was weer een heel andere kant van het ziekenhuis, meer een helicopterview over de hele organisatie. Voordeel was dat op de voorzitter na, de hele RvB en het secretariaat ook nieuw waren. Je kan het niet vergelijken met de huidige situatie, het was toen alleen AZU, en er was nog geen fusie met het WKZ en de faculteit. In 1991 is het Centraal Militair Hospitaal ook nog verhuisd naar de Uithof. Public relations bestond bijvoorbeeld uit één medewerker en een secretaresse. Wij sprongen daar dan ook vaak bij. Je had in die tijd wel veel meer contact met andere mensen in het ziekenhuis. Je had nog geen email of mobiele telefoon. De eerste computers waren pas een paar jaar eerder geïntroduceerd. Je liep veel sneller even naar iemand toe.
Ik werkte altijd fulltime, maar in 2013 heb ik door ziekte en overlijden in de familie een heel zwaar jaar gehad. Er kwam toen heel veel op mij af. Daarnaast werd ik in 2014 zelf ook ernstig ziek en kon ik door een langdurige behandeling geruime tijd niet werken. Uiteindelijk ben ik genezen verklaard. Vier dagen werken, dus die woensdag vrij, wilde ik graag houden. Margriet Schneider vond het prettig dat ik op de kamer kwam te zitten bij haar nieuwe secretaresse, zodat ik haar kon inwerken. Om alles rond de vergaderingen van de RvB te gaan regelen was een prima oplossing.
‘Plotseling stond Margriet Schneider met een bos bloemen voor de deur’
De vergaderingen van de RvB gingen in deze coronatijd natuurlijk ook via Teams. In mijn laatste vergadering, nam Arno Hoes, de decaan het voorzitterschap over van Margriet, zij moest eerder weg. Hij sprak mij even omdat het mijn laatste vergadering was en gaf een compliment over de notulen en over mijn discretie. Terwijl hij sprak hoorde ik de voordeurbel. Ik dacht laat maar bellen, dit is belangrijker. Maar de bel bleef maar gaan. Dus aan de ene kant iemand die hardnekkig bleef bellen en andere kant iemand die hardnekkig bleef doorvergaderen. Uiteindelijk ben ik toch maar naar de deur gelopen en toen stond Margriet met een bos bloemen voor de deur. Dat was heel leuk, de secretaris heeft het notuleren toen overgenomen en wij hebben gezellig koffie gedronken.
‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een heel klein radertje ben geweest in de grote machine die er alles aan doet om mensen die ziek zijn te helpen’
Als je 45 jaar in het ziekenhuis hebt gewerkt, eerst het AZU en later het UMC Utrecht, dan moet je het wel goed naar je zin hebben gehad, en dat is ook zo. Ik heb natuurlijk verschillende dingen mogen doen, en heb daardoor het UMC Utrecht ervaren als een werkgever die je heel veel mogelijkheden biedt. Ik ben erg trots op het UMC Utrecht. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een heel klein radertje ben geweest in de grote machine die er alles aan doet om mensen die ziek zijn te helpen. Ik heb geen idee wat ik in de toekomst ga doen. Eerst wil ik even afstand nemen van mijn werk. Al moet ik zeggen dat corona daarbij wel heeft geholpen. Ik heb heel veel thuis gewerkt sinds maart 2020. Misschien wil ik een opleiding gaan volgen, of vrijwilligerswerk gaan doen, ik zal een nieuw ritme moeten gaan opbouwen. Eerst maar eens koffie drinken met mensen die ik lang niet heb gezien. En dan zie ik het wel. Stilzitten kan ik niet, dus er komt heus wel weer iets.”